Basistechnieken van het Jiu Jitsu

Een (theoretische) omschrijving van het begrip basistechniek is:
'Het geheel van gevechtshandelingen die binnen de bewegingsprincipes toegepast kunnen worden met als doel de aanvaller onder controle te brengen of uit te schakelen.'
Met andere woorden, onder basistechnieken wordt verstaan het geheel van gedefinieerde technieken waarvan de uitvoering binnen bepaalde marges vastligt. Het 'waarvan de uitvoering binnen bepaalde marges vastligt' van de vorige zin is hierbij een zeer belangrijke toevoeging: het is namelijk zeer moeilijk een techniek zodanig te beschrijven, zodat hij in alle omstandigheden bruikbaar is. Dit komt doordat aanvallen nooit gelijk zullen zijn, waardoor een verdedigingstechniek ook nooit hetzelfde kan zijn. Daarom kan een techniek slechts 'globaal' beschreven worden: de beschreven techniek gaat namelijk uit van een(!) manier van aanvallen. Om de techniek dus in iedere mogelijke situatie te kunnen gebruiken, zal de beschreven techniek 'aangepast' moeten worden om effectief te zijn.
Basistechnieken zijn dus technieken die flexibel genoeg moeten zijn om eenvoudig aan de situatie aangepast moeten kunnen worden: het is misschien dan ook nuttig om in termen van 'handvesten' of 'leidraden' te spreken, in plaats van alleen 'basistechnieken'.

Het principe van het aanpassen van de basistechniek aan de specifieke bewegingssituatie van dat moment wordt in het Japans 'Hen O' genoemd.

De uitvoering van een basistechnieken kan in principe op twee manieren gebeuren: de harde en zachte manier. Het verschil tussen beide, is dat een 'harde' basistechniek wordt gebruikt om een tegenstander (permanent) uit te schakelen, en hierbij (blijvend) letsel te doen oplopen. De 'zachte' basistechnieken zijn daarentegen de technieken die gebruikt worden om de tegenstander uit balans te brengen en onder controle te houden.
Het is echter moeilijk om per techniek aan te geven of deze hard of zacht is: dit hangt namelijk sterk samen met de manier van uitvoeren. Een voorbeeld hiervan is een atemi naar het gezicht. Word deze atemi hard uitgevoerd, dan wordt het gezicht ook 'hard' geraakt, met (eventuele) blijvende schade. Dezelfde atemi kan ook zacht worden uitvoerd, waarbij het de bedoeling is het gezicht 'zacht' te raken, waardoor de tegenstander schrikt en hiermee uit balans komt.

Omdat onder de basistechnieken 'alle' verdedigingstechnieken vallen, is een opdeling nodig om enige overzicht te scheppen. Binnen de JBN wordt een opdeling op basis van anatomische indeling gebruikt: dat wil zeggen dat de technieken gerangschikt worden op basis van betrokken lichaamsdeel. Dit geeft de volgende opdeling:

Deze opdeling zal ook op deze site gebruikt worden. Let wel, dat bij ieder van deze groepen ook (meerdere) subgroepen horen, welke in het desbetreffende deel vermeld staan.